In dit dossier kom je alles te weten over zonnepanelen. Welke soorten bestaan er? Hoe zit het met zonnepanelen anno 2021? Wat met de digitale meter en het nieuwe tarief? Wij doen alles voor jou uit de doeken.
Er bestaan twee soorten zonnepanelen, elk met hun eigen werking en prijs:
Poly-zonnepanelen hebben een typische kubusvormige structuur en een herkenbare blauwe schijn. Elke cel bestaat uit meerdere siliciumkristallen die onregelmatig op elkaar aansluiten. Door die onregelmatigheid ontstaat er meer lichtreflectie en een ‘onrustiger’ beeld dan bij de monokristallijne zonnepanelen.
Poly-zonnepanelen zijn iets goedkoper, maar wekken ook minder energie op.
Deze zonnepanelen zijn meestal donker van kleur. Hun zonnecellen bestaan telkens uit één enkel siliciumkristal, wat zorgt voor minder reflectie en een ‘rustiger’ beeld. Dit wordt nog versterkt door het feit dat deze panelen afgeronde hoeken hebben en egaal zijn. Ze hebben dus niet die kubusvormige structuur van de poly-panelen.
Mono-zonnepanelen wekken zo’n 10 tot 15% meer energie op dan de poly-panelen. Ze zijn dan ook duurder van prijs.
Het is geen goede leidraad om puur op de prijs van een installatie met zonnepanelen verder te gaan. Alles hangt immers af van je persoonlijk verbruik. Om nauwkeurig te berekenen welke optie voor jou het meest voordelig is moet je rekening houden met de prijs, je verbruik én het verwachte rendement van je zonnepanelen. Een vrijblijvende offerte aanvragen is dus altijd het beste.
Een concreet prijsvoorbeeld:Stel, je huishouden bestaat uit 2 volwassenen en 2 kinderen. Een gemiddeld elektriciteitsverbruik is bij deze samenstelling 4.000 kWh per jaar. Bij dit verbruik zou je zonnepanelen nodig hebben met een capaciteit van 4.700 Wp. Wp staat voor hoeveel kWh een paneel gemiddeld oplevert. De capaciteit van je zonnepanelen moet dus hoger liggen dan je effectieve verbruik. De reden hiervoor is dat we in België veel regenachtige en bewolkte dagen hebben, waardoor het gemiddelde rendement van zonnepanelen zo’n 85 procent bedraagt. Als we dan even verder rekenen, zouden ongeveer 18 zonnepanelen met elk een vermogen van 260 Wp genoeg rendement geven om je volledige verbruik te dekken. Dat wil dan natuurlijk wel zeggen dat je dak groot genoeg moet zijn. Gemiddeld is één zonnepaneel 1,5 m² groot. 18 zonnepanelen nemen dan zo’n 27 m² in beslag. |
De prijzen van zonnepanelen zijn sinds 2011 met zo’n 50% (!) gedaald, wat uiteraard een goede zaak is. Voor een concrete prijsbepaling moet je echter verschillende factoren in acht nemen: de keuze voor mono- of polycellen, het aantal panelen, de installatiekosten en het effectieve rendement.
Gemiddeld zal iemand die op dit moment zonnepanelen installeert, die binnen zes tot acht jaar hebben terugverdiend. Gemiddeld gaan zonnepanelen dertig jaar mee, de omvormer zo’n vijftien jaar. Uiteraard zijn er wel verschillende factoren die hier een invloed op hebben en verschilt de terugverdientijd per situatie.
Een concreet prijsvoorbeeld:Stel, je laat 12 zonnepanelen op je dak installeren. Dit kost je ongeveer € 5.000, incl. btw. Met 330 Wattpiek (Wp) per paneel komt dit in totaal neer op 3.960 Wp. Elk jaar leveren deze panelen ongeveer 3.500 kWh aan stroom. Bij een elektriciteitsprijs van € 0,26 per kWh is dat een jaarlijkse besparing van € 910. Daar moet wel nog het prosumententarief voor betaald worden, afhankelijk van het vermogen van de omvormer. En heb je overtollig opgewekt verbruik? Dan krijg je daar natuurlijk ook nog rendement voor. Zo zie je maar dat er te veel variabelen zijn om één concrete terugverdientijd vast te leggen. |
Geloof het of niet, maar zonnepanelen zijn wel degelijk gevoelig voor temperaturen. Op een bloedhete zomerdag heb je minder rendement dan op een koude winterdag met veel zon. Dit komt door de spanning: hoe kouder, hoe meer spanning!
Eigenlijk is de ideale temperatuur voor de zonnecellen zo’n 25°C. Per °C extra is er een verlies van 0,3%. De cellen kunnen tot 65°C aan. Deze regel geldt gelukkig niet in de omgekeerde richting. Zakt de temperatuur onder de 25°C, dan zullen je zonnepanelen hier niet negatief door beïnvloed worden.
Bovendien ‘herkennen’ je zonnepanelen zonlicht. Als ze bijvoorbeeld maar voor 80% in de zon liggen, worden de cellen in de schaduw automatisch uitgeschakeld.
Een gemiddelde zonnepanelen-installatie wekt zo’n 5 kW per jaar op. Het gemiddelde jaarlijkse verbruik van een huishouden ligt op 3,5 kW (zie ook het voorbeeld hierboven).
Je zonnepanelen maken gebruik van een omvormer. Die zorgt ervoor dat de gelijkstroom (DC) die ze opwekken wordt omgezet naar wisselstroom (AC), die door de meeste huishoudens gebruikt wordt. Zo wordt die stroom namelijk compatibel met al je huishoudelijke apparaten en het energienet.
Het is die omvormer die het vermogen van je zonnepanelen bepaalt. Het vermogen van de omvormer kan je terugvinden op het keuringsdocument van de zonnepanelen of op de omvormer zelf.
Een concreet voorbeeld:Als je weet hoeveel zonnepanelen je nodig hebt, dan kan je het maximum aan energie berekenen dat ze kunnen opwekken. Zo weet je ook ongeveer het vermogen van je omvormer. Een omvormer met een vermogen van 3,5 kVa is bijvoorbeeld geschikt voor een installatie van maximum 4000 Wh. |
Het prosumententarief is het tarief dat eigenaars van zonnepanelen met een analoge terugdraaiende teller betalen aan de netbeheerder voor het gebruik van het elektriciteitsnetwerk.
Dit prosumententarief ligt in Vlaanderen tussen € 87 en € 121 per kVA (kilovoltampère). Als eigenaar van zonnepanelen haal je namelijk energie van het elektriciteitsnet wanneer je zonnepanelen niet genoeg opwekken (in de winter bijvoorbeeld), of injecteer je de energie die je ‘te veel’ hebt opgewekt rechtstreeks terug. Een prosument is dus iemand die tegelijk consumeert én produceert.
De klassieke energiemeter met terugdraaiende teller wordt ondertussen niet meer geïnstalleerd. Stelselmatig worden deze oude meters vervangen door digitale meters. Wie al zonnepanelen heeft en nog werkt met een analoge teller, kan tot 2025 uitstel vragen voor een digitale meter.
De oude meter draaide terug wanneer je energie opwekte die terug naar het net ging. Ook de digitale elektriciteitsmeter kan terugdraaien, maar dat gebeurt op een slimme manier: wat je hebt verbruikt (af te lezen op de afnameregisters) wordt gewoon verminderd met wat je hebt geïnjecteerd (af te lezen op de injectieregisters).
Je oude meter maakte dit onderscheid niet. Je kon dus niet aflezen wat je verbruikt dan wel zelf opgewekt had. Concreet krijg je dit te zien op de index van je digitale meter:
Bij de meteropname wordt deze index genoteerd. Heb je een enkelvoudige teller? Dan worden de verbruiken van dag en nacht bij elkaar opgeteld.
Het is dus een goed idee om je oude meter te laten vervangen. Dankzij de digitale meter kan je immers nauwkeurig bekijken hoeveel energie je hebt verbruikt én opgewekt.
Je kan van het huidige prosumententarief blijven genieten tot 15 jaar na de eerste keuringsdatum van je zonnepanelen, op voorwaarde dat die keuring gebeurde voor 31/12/2020. Vanaf 01/01/2021 moet iedereen die nieuwe zonnepanelen laat installeren een nieuw tarief betalen.
Dit nieuwe tarief is een capaciteitstarief: volgens de gegevens van je digitale meter wordt berekend hoeveel energie je effectief afneemt. Daar wordt je op belast. Des te minder energie je dus afneemt van het net, des te minder je moet betalen.
Daarbij krijg je de stroom die je op het net injecteert, niet meer tegen dezelfde prijs ‘vergoed’ als de stroom die je zelf aan je energieleverancier betaalt. Het komt er dus op aan zoveel mogelijk stroom te verbruiken op het ogenblik dat de zonnepanelen die opwekken. Hoe meer je direct verbruikt, hoe voordeliger je af bent.
Tegenwoordig is er ook de thuisbatterij. Hiermee kan je de energie opslaan die je via zonnepanelen opwekt. Zo hoef je de opgewekte energie dus niet meteen te verbruiken.
Op dit moment wegen de voordelen van een thuisbatterij echter nog niet op tegen de kosten. De opslagcapaciteit van een thuisbatterij bedraagt namelijk zo’n 10 kWh. Daar kom je ongeveer één dag mee toe. Als je dan bedenkt dat de aanschaf en installatie je zo’n € 7.000 zal kosten, begrijp je dat het momenteel niet opportuun is om te investeren in een thuisbatterij.
Ja, dat maakt wel degelijk uit. Het is het beste om je nieuwe contract te laten beginnen in de maand vlak na je laatste meteropname.
Zo ben je er zeker van dat de energie die je in die periode zelf hebt opgewekt, niet verloren gaat. De seizoenen zijn hierbij van belang: als je overschakelt na de periode wanneer je extra veel energie hebt opgewekt (april-september), zal je die reserve aan energie verliezen. De leverancier betaalt productie hoger dan eigen verbruik namelijk nooit uit.
Als je echter overschakelt na een periode waarin je weinig eigen energie hebt opgewekt (en je dus het elektriciteitsnet hebt gebruikt om dat te compenseren) zal je een hoge eindfactuur ontvangen.
Je kan dus best wachten om je nieuwe contract te laten starten tot je opgewekte en afgenomen energie in balans zijn, en dit zo dicht mogelijk bij het tijdstip van je laatste meteropname.
Denk ook aan de wettelijk bepaalde opzegtermijn: na aanvraag van overstap duurt het nog 35 dagen vooraleer je nieuwe contract ingaat. Dit moet je dus incalculeren.
Heb je nog vragen over zonnepanelen en prijsvergelijking? Je kan ons steeds contacteren, ons team van experts helpt je met plezier verder.
Niet gevonden wat je nodig hebt? Contacteer ons